De eerste schooljaren

Met de eerste schooljaren bedoelen we doorgaans de peuterklas, de kleuterklas en het eerste, tweede en derde leerjaar. Deze jaren kunnen de ouders en/of de zorgverleners de meeste kopzorgen geven en zijn voor de kinderen de boeiendste en de moeilijkste op emotioneel gebied.

Wanneer het kind naar school begint te gaan, wordt het voor het eerst blootgesteld aan een wereld waartegen de ouders ze lange tijd hebben beschermd.

Het kind moet een groot aantal uitdagingen aangaan, zoals nieuwe vriendjes maken, een nieuwe, voortdurend veranderende omgeving leren kennen, zich leren houden aan regels en leren delen.

Op ontdekking in de wereld

Kinderen van deze leeftijd krijgen tijdens hun ontwikkeling de volgende taken voorgeschoteld:

  • Intellectuele en lichamelijke basisvaardigheden verwerven;
  • Sociale relaties opbouwen met vriendjes en volwassenen;
  • Goed leren communiceren;
  • Volwaardig lid worden van het eigen gezin en van een groep (bv. van de eigen klas).

Het valt ouders en zorgverleners vaak zwaar om kinderen op dat moment los te laten. Het is volstrekt normaal dat de ouders hier enigszins beducht voor zijn. Ze maken zich zorgen over de veiligheid van hun kind op school en vragen zich af in hoeverre het aan de lichamelijke activiteiten zal kunnen deelnemen. Tijdens deze periode kunnen de kinderen thuis emotionele uitbarstingen hebben doordat ze een nieuwe en veeleisende routine moeten gewoon worden. Zo zitten de ouders vaak opgezadeld met een oververmoeid en knorrig kind, totdat het voldoende lang slaapt en de nieuwe taken aankan.

Kinderen met hemofilie zijn even vermoeid als andere kinderen. De aandoening heeft immers geen invloed op de hoeveelheid energie van het kind. Aarzel niet om contact op te nemen met uw hemofiliebehandelcentrum indien u zich zorgen maakt. De gespecialiseerde verpleegkundige en de andere leden van het team beschikken over de nodige ervaring op dit gebied en kunnen de ouders helpen om deze nieuwe stap het hoofd te bieden.

Alt tag

De behandeling aanvaarden

Tijdens de eerste schooljaren leren jonge kinderen dat ze hun bloedingen kunnen verzwijgen. Het kind kan immers bang zijn dat het weer een infuus met bloedstollingsfactor (en dus een injectie) nodig zal hebben wanneer de ouders/zorgverleners de bloeding ontdekken, en dat het niet zal mogen deelnemen aan een activiteit waar het dol op is. Omdat dit relatief vaak kan voorkomen, is het op lange termijn beter dat de houding van het kind tegenover de behandeling positief is. Het is belangrijk om steeds te zeggen dat de factor de bloeding zal stoppen en ervoor zal zorgen dat de leuke activiteiten weer mogelijk zijn. Wanneer u aan uw kind zegt dat het naar het ziekenhuis moet voor een infuus (indien dit niet thuis gebeurt), dient u steeds voor een gevoel van welzijn en veiligheid te zorgen.

Lidmaatschap bij clubs

Dit is ook de leeftijd waarop kinderen willen deelnemen aan buitenschoolse activiteiten, bijvoorbeeld door lid te worden van de scouts, zwem- of muzieklessen te volgen of aan een ploegsport te doen. Deze activiteiten zijn zeer belangrijk voor de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. Wanneer de ouders zich goed informeren over de activiteit en de verantwoordelijken weten dat het kind hemofilie heeft en de bijbehorende grenzen kennen, is er meestal geen reden om het kind niet te laten deelnemen aan de activiteit. Nogmaals: het personeel van het hemofiliebehandelcentrum kan u hierbij adviseren of zelfs contact opnemen met de verantwoordelijken van de activiteit.

Het is in dit stadium van zijn ontwikkeling dat het kind begint te begrijpen welke verzorging het nodig heeft en actief deelneemt aan de hemofiliebehandeling. U kunt gebruikmaken van zijn natuurlijke nieuwsgierigheid en zijn verlangen om te slagen om van het kind niet alleen een lid van het zorgteam te maken, maar zelfs de aanvoerder van dit team.

Veelgestelde vragen

LEES MEER

De lagere school

LEES MEER