Karatékampioen

Toen Dimitri Bertels (21) vorig jaar in Polen Europees kampioen karate werd, wisten zijn tegenstanders niet dat hij hemofilie heeft. ‘Mijn hematoloog in het UZA heeft me altijd op het hart gedrukt dat ik een normaal leven kan leiden.'

Hemofilie - de stollingscascade

Dimitri lijdt net als zijn twee jaar jongere tweelingbroers aan hemofilie. Daardoor duurt het bij hen heel lang voor een bloeding stolt. De familie ontdekte het een tiental jaar geleden. Dimitri: ‘Mijn broer moest een operatie ondergaan aan zijn mond en de wonde bleef heel lang nabloeden. Drie jaar eerder had mijn grootvader ontdekt dat hij hemofilie had. Toen ging er een belletje rinkelen.'

Mama Gina Van der Schueren: ‘Mijn vier kinderen zijn toen getest. Sofie, Dimitri's tweelingzus, had het gen niet overgeërfd, maar de drie jongens wel. We probeerden het nieuws van meet af aan te relativeren. Het was immers een milde vorm, waarvan ze tot dan toe weinig last hadden gehad. Dimitri deed op dat moment al karate en de jongsten speelden voetbal. Onze hematoloog in het UZA, dr. Gadisseur, heeft ze nooit aangemaand daarmee te stoppen. Er is medicatie die jullie in staat stelt een normaal leven te leiden, dus maak er gebruik van, is zijn redenering. Intussen volgen al mijn kinderen trouwens sportkot.'

We doen het zelf wel

Dimitri: "We moeten alleen een inspuiting krijgen bij een kwetsuur, of preventief. Op school en op de spoedafdeling van het plaatselijke ziekenhuis ligt er ten allen tijde een dosis klaar. Preventief inspuiten doe ik alleen voor een karatetornooi, drie keer per jaar. Omdat je dan geen bescherming draagt, is de kans op een blessure groot. De eerste jaren gingen we voor een inspuiting altijd naar het ziekenhuis. Intussen zijn we echter allemaal langsgeweest bij Marry, de stollingsverpleegkundige van het UZA, om het prikken aan te leren. Nu kan de hele familie het zelf".

"Eigenlijk hebben we nog nooit echt grote problemen gehad. Al zijn er al bange momenten geweest. Tijdens een karatetornooi in Bulgarije kwetste ik mijn been. We hebben toen onze zelf meegebrachte medicatie toegediend, maar dat volstond niet. In het plaatselijke ziekenhuis bleek niemand vertrouwd met hemofilie en wilden ze mijn gezwollen been zelfs amputeren! Ik ben dan maar met flink wat pijnstillers het vliegtuig opgestapt en van de luchthaven recht naar het ziekenhuis gereden".

Bron: MagUZA, zorgmagazine van het UZA - juli 2012 - #89